Inleiding
De stralen van
de diamant
Straal 1
Verbeeldingskracht
tonen
Straal 2
Zelfsturing
Straal 3
Creatief doen
Straal 4
Omgevings-
gerichtheid
Straal 5
Ambachtelijkheid
tonen
Straal 6
Reflecteren
op wat je doet
Straal 7
Creatief denken
Straal 8
Creatief proces
doorgronden
Straal 9
Samenwerken
INLEIDING
INLEIDING
Weet u wat een Zoopraxiscoop is? Voor mij was dit ook een raadsel. Gelukkig legt Djimon uit groep 7/8 van basisschool Apollo11 het in het web essay ambachtelijkheid tonen van Elsbeth Pijnappels uit. Het is een uitvinding van Eadweard Muybridge, die anno 1860 een paard in galop wilde vastleggen.
Zo begint creativiteit: bij een fascinatie voor de schoonheid van een galop, de behoefte dat te vatten in vorm en zo te kunnen delen. Hiervoor ontwikkelt Muybridge een Zoopraxiscoop, voorloper van de filmcamera. Hij onderzoekt hoe je van stilstaand beeld tot bewegend beeld komt.
De diamant van Creatief vermogen die wij in 2015 met 13 culturele partners en 23 scholen in de stad Utrecht ontwikkeld hebben was tot nu toe nog een stilstaand beeld. Een overzicht van negen stralen waarmee ieder kind, maar ook iedere (vak)leerkracht zijn of haar creatief vermogen op zijn eigen manier kan laten stralen. Zeven stralen van deze diamant worden nu door de auteurs van de web essays in beweging gezet. Zij vertellen elk op een eigenzinnige manier hoe zij geraakt zijn door een van de facetten van creatief vermogen. En passant gaan de auteurs in op de vier aspecten van een creatief vermogende (vak)leerkracht: je eigen creatieve bron inzetten (Daphne de Bruin); het coachen van het creatief vermogen van leerlingen (Salomé Nobel; Aukje de Boer); het ontwerpen van opdrachten die creativiteit ontlokken (Anne-Marie Knippels; Elsbeth Pijnappels en Manja Eland) of het ontwerpen van een creatieve leeromgeving (Alice Erens).
Daphne de Bruin, artistiek leider van de Vrijstaat gaat in op verbeeldingskracht. Zij stelt dat 'verbeelding' het woord kleurrijk en speels maakt en 'kracht' het woord sterk en stoer maakt. Een cadeautje dat kunstenaars, kinderen en leerkrachten hebben gekregen om met de werkelijkheid te spelen. Samen maken zij het onbestaande zichtbaar en zien ineens hele nieuwe kanten van wie ze zijn.
Salomé Nobel, theaterdocent en lid van het HKU-kennisteam, nodigt de leerkracht uit om los te laten. Ze biedt je een methode kinderen het stuur over hun eigen leren in handen te geven: zelfsturing. Samen of alleen; als regisseur, speler of observant; met zelfevaluatie of commentaar als toegift. Alle type kinderen leren via haar methode in hun eigen tempo, stellen hun eigen uitdagingen en komen tot een resultaat dat er voor hen toe doet.
Anne-Marie Knippels, cultuurcoach van Het Filiaal theatermakers, tovert de klas om tot een spannende onderzoeksruimte. Creatief vermogen en zaakvakken gaan hier samen. Leerlingen worden geprikkeld om zelf op een creatieve manier te gaan experimenteren (creatief doen). Terloops zijn ze met reguliere lesdoelen bezig. De leerlingen ervaren het als ‘iets leuks’ en niet als gewone lesstof. In de pluslessen ligt de nadruk op het leren het materiaal te beheersen om er iets mee te maken. De bron is een voorstelling van Het Filiaal.
Alice Erens benadert de school als een stad, waar de leerling kan leren ontdekken, ontmoeten, spelen en kletsen. Letterlijk want de leerling wordt uitgedaagd zijn omgeving als een ontwerper te gaan benaderen.
Alle vondsten die Click F1 en Aorta bij de ontwikkeling van omgevingsgerichtheid hebben ontdekt, hebben ze vervat in Straatbeelden met opdrachtkaarten of kijkwijzers. Het proces begint altijd met een inspiratietocht voor (vak) leerkrachten met experts om zelf een andere bril op te zetten en met die schijnbaar vaststaande werkelijkheid te durven spelen.
Elsbeth Pijnappels, educatief medewerker bij Fotodok, pleit voor diepgaande kennis van het beeldende alfabet, in deze wereld waar we overspoeld worden door beelden: ambachtelijkheid tonen. Daarin kun je volgens Elsbeth als kind én als school heel goed voor eigen visueel dialect kiezen. Een open sfeer waar experiment kan en mag, met goede apparatuur en waarbij er keuzemogelijkheden voor kinderen zijn, helpen je dat eigen dialect te vinden.
Aukje de Boer spreekt met Eefje Hoeve en Janneke de Heer (leerkrachten van basisschool Boomgaard) over superhelden. Fantasie is voor Eefje en Janneke een belangrijk ingrediënt om te kunnen reflecteren op wat je doet. Hun diepe wens is in het onderwijs het proces, de weg ernaartoe, centraal te stellen in plaats van alleen het product. Daarbij spelen open vragen een belangrijke rol. Maar het allerbelangrijkste is dat de leerkracht geen oordeel heeft of geeft.
Manja Eland, beeldend kunstenares bij stichting Kopa, verhaalt over de hersengymnastiek die een leerkracht alle dagen in de klas kan doen. Door creatieve activiteit te zien als een ontdekkingsreis waarvan de uitkomst niet vast staat, creëer je ruimte voor de leerling en voor jezelf. Creatief denken heeft niet altijd eindeloze ruimte nodig. Juist in smalle kaders worden de leerling en de leerkracht uitgedaagd om binnen de perken, verbindingen en mogelijkheden te onderzoeken. ‘Binnen de perken zijn de mogelijkheden even onbeperkt als daarbuiten’.
Deze web essays vormen na het essay 'Creatief vermogen en de diamant' de volgende bouwsteen om de Open leerlijn Creatief Vermogen te ontsluiten. Vier jaar heeft het netwerk Creatief Vermogen Utrecht kennis gedeeld, werkwijzen onderbouwd en zich als Utrechtse Creatief partnerschappen onderling verbonden.
In november 2016 bundelen we op website Open leerlijn Creatief vermogen alle gevonden handvatten, de open vragen en achterliggende filosofische noties. Door Creatief vermogen te delen kan het groeien en in galop gaan. Creatief vermogen is geen concept, maar een beweging, gedragen door kunstenaars, leerkrachten, schoolleiders en kinderen die allemaal hun creativiteit laten stralen.
Nelly van der Geest, HKU-kennisteam Creatief vermogen.