Inleiding
De stralen van
de diamant
Straal 1
Verbeeldingskracht
tonen
Straal 2
Zelfsturing
Straal 3
Creatief doen
Straal 4
Omgevings-
gerichtheid
Straal 5
Ambachtelijkheid
tonen
Straal 6
Reflecteren
op wat je doet
Straal 7
Creatief denken
Straal 8
Creatief proces
doorgronden
Straal 9
Samenwerken
OMGEVINGSGERICHTHEID
OMGEVINGSGERICHTHEID
Alice Erens is mededirecteur en educatieontwikkelaar bij ClickF1. Click F1 ontwikkelt en implementeert zowel in Nederland als in Europa educatieprogramma's en concepten voor sociaal maatschappelijke organisaties, overheden en onderwijsinstellingen. Zij richten zich op programma’s die zich inzetten voor het welzijn, de ontwikkeling en de opvoeding van kinderen en jongeren. Creativiteit speelt daarin een belangrijke rol.
i
Eveline Paalvast is directeur van Architectuurcentrum Aorta, een platform in Utrecht dat de ruimtelijke ontwikkelingen en tendensen op het vlak van architectuur en stedenbouw bediscussieert, inspireert en aanjaagt. Aorta verzorgt ook educatieve programma’s.
i
De architect Hertzberger zei ooit: ‘De school is een stad waar je alles kunt beleven en ontdekken, dat je op plekken zoals gangen en centrale pleinen kunt spelen en met elkaar kunt praten en je je veilig voelt. De ruimtes in de school zijn met elkaar verbonden zodat je je ook soepel beweegt door deze school als stad.’
Hoe ziet deze school als stad er eigenlijk uit? Waar kun je leren en ontdekken? Waar ontmoet je elkaar? Waar kun je spelen en lekker kletsen? Hoe kom je van plek tot plek? En kun je je ook digitaal door de school bewegen?
In deze les ontdekken we hoe de verschillende ruimtes in de school een plek hebben gekregen, wat hun functie is, wie er allemaal in de school werken en daarnaast ook hoe wij zelf (veilig) kunnen werken in de school via internet. De school als een (virtuele) stad!
Bovenstaande is een voorbeeld van een lerarenkaart die wij maakten voor het project Straatbeelden. Het is een lerarenkaart voor groep 5.
Leerkrachten en kinderen lopen dagelijks door de schoolomgeving en ervaren deze als hun eigen omgeving. Door de school op een andere manier te beleven, wordt een school een speeltuin; een spannende plek waar (nog) van alles te ontdekken valt.
In de school als stad, onderdeel van de omgevingseducatieleerlijn Straatbeelden, kijken kinderen achter deuren waar ze nooit komen, interviewen mensen die ze alleen in een bepaalde rol kennen want…
Wie kent de mens achter de conciërge?
Wat gebeurt er ‘s avond op school, of als het nacht is?
En hoe ziet de school eruit als je als in een reuzegrote speeltuin van klas naar klas kon glijden, draaien, tollen of vallen?
Het zijn allemaal vragen die de kinderen zelf verzinnen of aangereikt krijgen binnen opdrachten in de school als stad.
In een aantal weken maken kinderen filmpjes, krantjes, maquettes, kunstwerken, tekeningen, tuintjes, theater, posters, blogs……etc., met de eigen omgeving als thema. Van groep 1 t/m 8 gaan kinderen, leerkrachten en vaak ook ouders aan de slag om samen de omgeving opnieuw te ontdekken en deze vorm te geven op talrijke manieren. Natuurlijk wordt de school als stad feestelijk gepresenteerd aan iedereen die het maar wil zien!
In deze video hebben leerlingen van de Blauwe Aventurijn een bewegend schoolplein gemaakt. We gaven ze twee inspiraties en een opdracht mee
:
Straatbeelden is een lessenreeks ontstaan vanuit het creatief partnerschap tussen architectuurcentrum Aorta, mediaeducatie door Click F1 en de scholen De Blauwe Aventurijn, De Boomgaard en Pieterskerkhof. We combineren architectuur, cultureel erfgoed en media in een thematische leerlijn.
De belevingsoriëntatie is bij Straatbeelden een belangrijke factor. Door de lijn ontdekken > analyseren > producten te maken > presenteren, onderzoeken en ontdekken kinderen de mogelijkheden en culturele rijkheid van de omgeving en hoe ze deze kunnen beïnvloeden. Wij hebben het gevoel goud in handen te hebben. Niet in geld, maar op inhoud, lesmateriaal en kennis. Onze methode van modules kunnen door de leerkrachten zelfstandig uitgevoerd worden en waar nodig ondersteund door training en gasten uit de wereld van kunst, media en architectuur.
Architectuurcentrum Aorta, wil de ruimtelijke ontwikkelingen en tendensen op het vlak van architectuur en stedenbouw bediscussiëren, inspireren en aanjagen. Click F1, dat media-educatie ontwikkelt, wil door creatieve programma’s en interventies de toekomst van jeugd versterken. Samen geloven we dat we dit kunnen doen door wisselwerking en inspiratie van schoolbewoners en professionals te combineren.
Van nature denken kinderen dat de omgeving zoals zij die zien, er altijd al was en er altijd zal zijn. Ze nemen de omgeving aan als een statisch geheel. Door te laten zien dat architecten, mediamensen en kunstenaars de wereld om ons heen vormgeven, worden zij zich ervan bewust dat zijzelf daar ook aan mee kunnen doen: ze worden van gebruiker van de omgeving ontwerper.
Het is voor ons telkens weer een verrassing te merken hoe bevlogen kinderen meedenken over hun eigen omgeving, hoe ze oplossingen aandragen en ons als volwassenen inspireren en verassende inzichten aanreiken. Het inzetten van creativiteit helpt daarbij, en de diamant van creatief vermogen scherpt ons denken hierover aan.
Wij vinden de diamant ingewikkeld. Soms kraken onze hersenen hoe we de stralen kunnen interpreteren, kunnen toepassen in onze ideeën. En dan ineens zie je het licht, krijg je een schokje waarbij je denkt: ‘Oh maar zo kan het!’. De stralen van de diamant geven ons inspiratie om na te denken over verdieping van onze activiteiten. Bij de straal omgevingsgerichtheid vragen we ons bijvoorbeeld het volgende af:
Omgevingseducatie: Waarom ziet mijn omgeving er zo uit, hoe sta ik hierin, hoe staan wij hierin, en hoe kan ik hier invloed op uit oefenen?
Media-educatie: Hoe geven we kinderen een stem, hoe kunnen we hen leren zich te presenteren in deze omgeving? Hoe kunnen we kinderen leren te werken met beeld en taal, en te communiceren met elkaar en de omgeving?
Omgevingseducatie in combinatie met mediaeducatie: Hoe laten we kinderen de omgeving in al zijn culturele rijkheid ontdekken, herkennen en er onderdeel van te zijn?
En…
Waarom stellen we deze vragen niet vaker aan onszelf en vinden we de antwoorden heel dichtbij door te luisteren en te kijken naar kinderen?
Je kunt een heel team aan kunstenaars een school in sturen en die een week lang allerlei lessen laten verzorgen. De creatieve kennis die er in school achterblijft wanneer dit team weer de deur uit loopt, is flinterdun en breekbaar. Er is veel geld uitgegeven, en de kunstenaars hebben op hun beurt weinig geleerd van de pedagogische kennis en creativiteit van de leerkrachten. Daarom werken we in Straatbeelden met een opbouw waarin kennis en inspiratie beklijft. In co-creatie met de school en in de samenstelling van onze lessen maken we lesmateriaal dat overdraagbaar is en aangepast kan worden aan elke omgeving.
Straatbeelden voor de klas bestaat uit:
We trainen leerkrachten vervolgens in het gebruik van het materiaal. We spreken het door, veranderen het en geven de leerkracht workshops in het werken met de mediatools en omgevingstools die in de kijkwijzers zijn uitgelegd.
Daarna voeren de leerkrachten met de leerlingen de lessenreeks uit. Dit gebeurt in allerlei vormen: aansluitend bij de methode zaakvakken die de school gebruikt of bijvoorbeeld tijdens een schoolbrede projectweek.
De school kan ons netwerk aan kunstenaars en architecten zelf inhuren, deze mensen kennen de lessenreeksen. De school kan ook ouders vragen mee te helpen: bij iedere les staan suggesties voor excursies, speurtochten, voorstellingen of museumbezoek. Iedere les is modulair opgebouwd zodat de school zelf kan beslissen of daar ruimte voor is of niet.
En achteraf verrijken we het lesmateriaal met de ideeën van de kinderen en leerkrachten. En werken we de inhoud bij als uit de praktijk blijkt dat het niet goed werkt.
‘Straatbeelden is een cadeautje. We wilden als school meer met cultuureducatie, media-educatie en de omgeving van de school. In Straatbeelden krijgen we het nu op maat aangereikt. Maar het is voor ons ook hard werken, je kunt niet achterover gaan leunen. Het is juist de bedoeling ook je eigen inspiratie en creativiteit in te zetten bij het uitvoeren van de lessen.’
Sjaan de Vries , cultuurcoördinator de Boomgaard
Een hond en een vlinder kunnen heel goed ruiken. Een vogel kan bijna niet ruiken, maar wel heel goed zien. Wormen voelen trillingen, maar de kat is de winnaar. Een kat bezit net als wij vijf zintuigen: horen, zien, ruiken, proeven en voelen. Alleen deze zintuigen zijn bij de kat heel, heel veel beter. Een kat kan in het donker zien, hoort hele zachte piepjes van muizen, ruikt supergoed (zelfs een verborgen pilletje in een lekker hapje vlees) en kan bijna altijd de weg naar huis terugvinden doordat katten bekende geluiden van heel ver weg kunnen horen zodat ze weten waar ze naartoe moeten.
En jij kunt van alles een beetje. Je ruikt beter dan een vogel, maar een vogel kan veel beter zien. Jij kunt kleuren zien en een hond ziet alleen maar zwart/wit. Maar een hond daarentegen ruikt weer veel beter dan jij. En toch kan jij een ding beter dan een kat. Een kat kan erg slecht proeven. Jij gaat ook dingen proeven, maar dat komt later. Eerst gaan we al jouw andere zintuigen uitproberen: kijken, horen, ruiken, voelen en….proeven!
Met Maarten van ‘Utrecht Natuurlijk,’ twee landschapskunstenaars en twee medewerkers van welzijnsorganisatie Doenja liepen we door de binnenstad op zoek naar alles wat er groeit en bloeit. We voelden aan bomen, zochten pissebedden, kropen onder struiken door, roken aan bloemen en maakten foto’s. Overal ontdekten we verborgen plekjes van vierkante centimeters boordevol leven. Hoe brengen we dit machtige gevoel over op de kinderen?
Een alternatief is om de kinderen de opdracht te geven een diervriendelijke en groene omgeving te creëren. Na het volgen van een zintuigenspeurtocht langs alle ontdekte plekken, gingen de kinderen met en zonder kunstenaars brainstormen, ontwerpen, maken en presenteren.
De resultaten waren minihabitats voor insecten, een groene wijkcampagne, een zelfgemaakte gezonde speurtocht, en nieuwe plannen voor het schoolplein. Het project werd afgesloten met een schoolplein groendag en een tentoonstelling van alle resultaten met natuurlijke hapjes en drankjes.
Zo’n veelheid aan inspiratie en opdrachten vraagt om houvast en structuur zodat thema’s en lessen in een logische context worden aangeboden. Er is zo’n veelheid aan ideeën en thema’s, hoe bewaar je de spreekwoordelijke rode draad?
Door onderstaande structuur te ontwerpen, vonden we een manier onze lessen te verdiepen en nog beter te verbinden aan thema’s die relevant voor de school en de omgeving waren.
Deze laag maakt onderdeel uit van laag 1 en gaat over het gebied tussen nieuwe media en technologie en fantasie. In deze laag fantaseren we over manieren om invloed uit te oefenen, verzinnen we nieuwe mediavormen en technologieën die misschien wel ooit mogelijk zijn omdat er al trends of beginnende mogelijkheden in die richting zijn. Kinderen gaan op zoek naar oplossingen om de wereld beter te maken vanuit grenzeloze creativiteit.
Deze laag gaat over hoe oefenen wij/ ik invloed uit op onze omgeving en wat verandert hierdoor in de omgeving? Welke invloed heeft dit op de inrichting en de omgeving nu? Hoe kan ik invloed uitoefenen op mijn omgeving en wat zijn mijn rechten? Hoe kan ik invloed hebben op ontwikkelingen in een gebied? Hoe kan ik meewerken aan een gezonde wijk of stad?
Deze laag gaat over waar staan wij/ik in het nu, Wat is zichtbaar? Hoe bewegen we hier in, waarom is de omgeving zo gemaakt? Wat is het doel en de functie daarvan en hoe gedragen we ons hierin? Zowel op sociaal gebied als communicatief. In deze laag is het begrip media(wijsheid) belangrijk vanuit het perspectief van veilig bewegen in de digitale omgeving.
Deze laag gaat over het verleden van de omgeving en het verleden van de ik wij. Een zoektocht waarin we leren onderzoeken, graven, vastleggen, maar ook verbinden met het nu. Waarom leven er verschillende culturen in mijn omgeving? Waar zie je de invloed van verschillende culturen terug in mijn omgeving?
Laag -1: Museum Leidsche Rijn, de Boomgaard.
We gaan op zoek naar sporen. Sporen vertellen ons iets over wat er in het verleden is gebeurd. Je vindt sporen terug in het landschap. Bijvoorbeeld doordat in sommige heuvels oud materiaal is gestopt, doordat mensen hebben gebouwd en gewoond. Of sporen van dieren die in het landschap woonden of nog altijd wonen. Ook in Leidsche Rijn zijn sporen gevonden. De sporen in Leidsche Rijn zijn sporen van mensen. Leidsche Rijn was in de Romeinse tijd een drukbezochte plek. De sporen hiervan vinden we bijvoorbeeld in het Castellum.
Wat voor een sporen vinden we in Leidsche Rijn?
Sporen is een prachtig thema om echt op zoek te gaan naar verbinding met de omgeving. Leidsche Rijn is een combinatie van stedelijke ontwikkeling, vinex en historie en dat maakt het boeiend deze omgeving om te zetten in lessen. Onderstaande video geeft een indruk van laag -1 op basisschool De Boomgaard:
De school is een stad, waar je alles kan beleven. Hertzberger heeft gelijk. Met Straatbeelden beleven wij steeds opnieuw hoe je door aandachtig waarnemen, opnieuw je eigen kennis en vaardigheden kan herontwerpen en vormgeven. Het creatief vermogen van de kinderen daagt ons uit om zelf ook een andere bril op te zetten en met die schijnbaar vaststaande werkelijkheid te durven spelen.
‘Dit raam is een vorm, het is een rechthoek. Maar eigenlijk is het een vormendoos, want daarin zie je een driehoek en rondjes en nog meer vierkanten. En het is een levende kijkdoos, hij verandert steeds weer. Kijk daar komt de juf voorbij!’ - leerling de Blauwe Aventurijn