Inleiding
De stralen van
de diamant
Straal 1
Verbeeldingskracht
tonen
Straal 2
Zelfsturing
Straal 3
Creatief doen
Straal 4
Omgevings-
gerichtheid
Straal 5
Ambachtelijkheid
tonen
Straal 6
Reflecteren
op wat je doet
Straal 7
Creatief denken
Straal 8
Creatief proces
doorgronden
Straal 9
Samenwerken
reflecteren op wat je doet
reflecteren
op wat je doet
Aukje de Boer is cultuurjournalist en schrijft voor diverse media. Het netwerk Creatief Vermogen Utrecht volgt ze vanaf het begin.
i
De Boomgaard, een basisschool in Leidsche Rijn, is partner in het netwerk Creatief Vermogen Utrecht. De school werkt actief aan de stralen ‘reflecteren op wat je doet’ en ‘verbeeldingskracht tonen’. Leerkrachten Janneke de Heer en Eefje Hoeve (groep 6 en groep 5) werken in hun reguliere lessen, dus ook in de reken- en taallessen, doelbewust aan zelfreflectie en verbeeldingskracht.
Janneke de Heer is leerkracht basisonderwijs op De Boomgaard. Daarnaast is ze eigenaar van kindercoachpraktijk Dromenland.
Eefje Hoeve is leerkracht basisonderwijs op De Boomgaard.
Werken aan zelfreflectie is een van de onderwijspijlers van De Boomgaard en kwam voort uit een diepe wens ook het beoordelen van het proces, de weg ernaartoe, centraal te stellen in plaats van alleen het product. De vraag wat de school kan doen om een leerling nog meer te betrekken bij het eigen leerproces zodat hij eigenaar wordt van dat leerproces, is daarbij het uitgangspunt.
Reflecteren op wat je doet
Verbeeldingskracht tonen
Volgens Janneke de Heer en Eefje Hoeve is fantasie een belangrijk ingrediënt om te kunnen reflecteren. Bij de verschillende aspecten van verbeeldingskracht tonen ontwierpen ze reflectieopdrachten.
Je bent een superheld.
Wie zou je zijn?
Hoe zie je eruit?
En wie zou je redden?
Je bent een vogel. En je vliegt ergens naar toe waar je graag wilt zijn.
Waar vlieg je naar toe? En waarom wil je daar zijn?
Bij binnenkomst op de Boomgaard, meteen rechts in de hal, hangen duidelijk zichtbaar de stralen van de diamant. De stralen reflecteren op wat je doet en verbeeldingskracht zijn uitgewerkt in open vragen. Naast de stralen hangen werkstukken van de leerlingen. Een daarvan is de superheld van Kaan: Aquaman. Volledig in het blauw gekleed, met raketschoenen, een beeldhorloge, een cape en een waterzuiger. Aquaman kan water opzuigen en daarmee branden blussen. Op de vraag hoe hij in zijn werkstuk een stukje van hemzelf terugziet, schrijft hij: ,,Dat zie je aan mijn pet en mijn broek en mijn waterzuiger.”
Naast de zelfontworpen superhelden, zijn andere werkstukken van leerlingen zichtbaar. Alle leerlingen hebben onderaan hun creatie geschreven waarom ze er trots op zijn: Ik ben trots op dit werk omdat…
Maar wat is zelfreflectie? Janneke de Heer: ,,Dat je vanaf een afstandje naar jezelf kunt kijken. Je denkt na over keuzes die je in een bepaalde situatie of proces hebt gemaakt. Waarom heb ik het zo gedaan? Hoe heeft het gewerkt? Doe ik het de volgende keer weer zo of zijn er aanpassingen nodig? Welke vaardigheden en kwaliteiten heb ik ingezet? En hoe kan ik die meenemen naar een andere situatie.” Kinderen die goed zijn in zelfreflectie hebben volgens Jannke de Heer en Eefje Hoeve een aantal kenmerken.
Uitwisselingsbijeenkomst Creatief Vermogen Utrecht,
Welke rol neem je als leerkracht in als je je leerlingen wilt stimuleren in zelfreflectie? Janneke de Heer en Eefje Hoeve zien de leerkracht vooral als vragensteller. Janneke de Heer: ,,Vragen stellen en doorvragen. Dat is de taak van de leerkracht. Het gesprek aangaan met leerlingen zodat ze echt tot de kern komen. Voorbeeldvragen stellen die de kinderen als vanzelf over gaan nemen. Maar het allerbelangrijkste is dat de leerkracht geen oordeel heeft of geeft. Daarom is het stellen van open vragen ontzettend belangrijk: wie, wat, waar en wanneer? Vragen naar het waarom laten we zoveel mogelijk achterwege omdat die vraag vraagt naar een verantwoording van de keuze. En dat willen we (nog) niet.”
Daarnaast zijn de momenten van zelfreflectie belangrijk: voor, tijdens en na het werkproces. Bij jonge kinderen is het belangrijk eenvoudige en concrete vragen te stellen die zo dicht mogelijk bij de beleving van het kind liggen en gerelateerd zijn aan het ‘hier en nu’.
Is er verschil tussen de onder- en bovenbouw over de manier van reflecteren? Janneke de Heer: ,,Op dit moment (red. mei 2016) is het bewust reflecteren op zichzelf voor alle kinderen nog nieuw. Daarom zien we nu nog weinig verschil tussen de verschillende leerjaren. Naarmate we dit structureel in ieder leerjaar gaan toepassen, zullen de leerlingen hier zelf ook in groeien. We verwachten dat we met de kinderen in de hoogste groepen meer de diepte in kunnen gaan en dat daarvoor andere vragen nodig zijn. Echter, dit moeten we nog gaan ervaren in de toekomst.”
Het lijkt aannemelijk dat feedback een rol speelt in het proces van zelfreflectie, toch benadrukken Janneke de Heer en Eefje Hoeve steeds opnieuw dat zelfreflectie gaat over ‘leren van het proces’. Eefje Hoeve: ,,Het doet er niet toe of iets goed is of fout, gelukt of mislukt, maar hoe je ervan kan leren om het de volgende keer weer zo goed te doen of misschien wel beter. Uiteraard zien wij ook dat leerlingen snel oordelen over hun eigen prestaties. Niet zo vreemd in een maatschappij die vaak gericht is op het eindresultaat. Wij parkeren bewust het oordeel. Als leerlingen balen van een onvoldoende, dan mag dat. Door te reflecteren op het proces, laten we de leerlingen het oordeel een plekje geven en kun je aan de slag met ‘de volgende keer’.”
Een concreet resultaat van de straal zelfreflectie is het portfolio in het rapport. Naast het gebruikelijke rapport wordt een portfolio aangelegd met daarin werkstukken die de leerlingen zelf hebben gemaakt en waar ze trots op zijn. In eerste instantie gaat het om producten die af zijn. Het eerste werkstuk in het portfolio is het zogeheten ik-document. Wie ben je? Hoe wil jij jezelf presenteren? Eefje Hoeve: ,,Er is getekend, geverfd, geknipt en geplakt. Maar er zijn ook filmpjes gemaakt, verhalen geschreven, en een heuse kijkdoos gemaakt. We reflecteren niet op het eindproduct, maar stellen juist vragen (wie, wat, waar, wanneer en vooral geen waarom) over de manier waarop het zelfportret is gemaakt.”
Janneke de Heer
In het rapport is een begeleidende brief toegevoegd die ouders kunnen helpen samen met hun kind te reflecteren op hun eigen leerproces. Het bekijken en bespreken van het portfolio is een ingang het gesprek op gang te brengen:
Na dit gesprek worden ouders en kind samen gevraagd het reflectieblad in te vullen:
Na het bekijken van het rapport en het portfolio van mijn kind….
Voorjaar 2016 staat het portfolio nog in de kinderschoenen. Janneke de Heer: ,,Ouders moeten er nog aan wennen. Maar de rol van de ouders is ontzettend belangrijk. Niet iedere ouder en leerling namen de moeite het reflectieblad in te vullen. Bij het volgende rapport willen we een filmpje maken voor ouders over hoe je met je kind in gesprek kunt gaan naar aanleiding van het ik-document en het portfolio.”
Eefje Hoeve: ,,Zo willen we het portfolio steeds een stapje verder uitbreiden. Dat de leerlingen echt weten: dit is mijn map. Hoe geweldig zou het zijn wanneer een leerling straks naar me toe komt met een werkstuk en vraagt of het in zijn/haar portfolio mag?”
Naast zichtbaar in de school (zie entree De Boomgaard), en zichtbaar voor ouders (portfolio) wordt de straal reflecteren op wat je doet zichtbaar gemaakt in de klas. Eefje Hoeve: ,,Ik heb mijn groep bijvoorbeeld ingedeeld in teams. Ieder team bedacht een teammascotte. Ik reflecteer dan niet met hen op het eindresultaat maar op de onderlinge samenwerking. Door die mascottes fysiek en met aandacht in de klas op te hangen, kan ik heel concreet het gesprek met ze aan gaan. En niet alleen met leerlingen, ook met de ouders. Kort geleden hebben ze als groep een kasteel ontworpen en gemaakt. Ook daarin reflecteer ik met hen op het proces, de rollen die ze innemen in een groep en op elkaars werk. Bij zo’n opdracht gaan zelfreflectie en verbeeldingskracht hand in hand.”
Om het reflecteren te structuren ontwierpen Janneke de Heer en Eefje Hoeve reflectiekaarten. Eenvoudige kaarten met daarop een aantal vragen per voor de leerlingen zelf (1 en 2) of hun medeleerlingen (3).
Eefje Hoeve: ,,Ik besluit van tevoren waarop ik wil reflecteren en pak dan een kaartje met daarop een aantal vragen. Die kaarten maken zelfreflectie concreet, inzichtelijk en zichtbaar voor de leerlingen.”
Ondanks dat ze zichzelf pioniers noemen en het ontwikkelen van leermiddelen op het gebied van zelfreflectie en verbeeldingskracht veelal bestaat uit ‘onderzoeken en uitproberen’, zijn de eerste resultaten positief. Janneke de Heer: ,,Ik zie een positieve ontwikkeling. Door stil te staan, geef je het proces extra aandacht. Dat maakt dat de zelfwaardering van de leerlingen toeneemt. Dat ze trots kunnen zijn op hun werk. Want het is toch een gemiste kans als je niet oprecht kunt genieten van je succes?”
Eefje Hoeve: ,,Ik krijg als leerkracht een holistischer beeld van een leerling. Je leert de kinderen beter en op een andere manier kennen. Als ze ergens goed in zijn, is het zo leuk om dat terug te zien in andere opdrachten. Ik heb een zeer muzikaal jongetje in de groep en die weet werkelijk waar overal muziek van te maken. Reflecteren op samenwerken is kijken naar welke rollen kinderen innemen. Als je het daar met hen over hebt, zie je ook welke rollen ze van elkaar waarderen. Reflecteren zorgt voor diepgang. Het interessante is, is dat zelfreflectie een veilig leerklimaat vraagt. Met zelfreflectie werk je juist aan het klimaat in je klas.”
Janneke de Heer en Eefje Hoeve praten (en leren!) regelmatig hun collega’s bij in interne workshops over zelfreflectie. Binnen het netwerk Creatief Vermogen kregen ze als feedback terug dat hun manier van reflecteren nogal ‘talig’ is. Janneke: ,,Dat klopt. We koppelen veel in taal terug. De volgende stap is nu te onderzoeken hoe dat ook anders kan. Kun je ook met muziek reflecteren? Of met een filmpje? Met een collage? De wijze waarop we reflecteren wordt een aandachtspunt in de volgende fase van het creatief partnerschap.”
Janneke de Heer: ,,Ieder jaar bij de start van het schooljaar lees ik hetzelfde kinderboek aan mijn klas voor: De stip. Het verhaal van dit boek is voor mij de essentie van verbeeldingskracht tonen en zelfreflectie. Maar het verhaal laat vooral zien wat er gebeurt als je daadwerkelijk eigenaar wordt van je eigen leerproces. Je naam verbinden aan dat wat je maakt, is de basis van groei en ontwikkeling. Als je gelooft in je eigen kunnen, je eigen bedoeling, dan ligt alles onder handbereik. Het is mooi om te zien hoe kinderen dat oppikken.”
Openingsfragment De Stip – Peter H. Reynolds
In het boek ‘De Stip’ wordt de stip die Floor uiteindelijk zet ingelijst, ondertekend met haar eigen naam en opgehangen in het tekenlokaal. Het stimuleert Floor haar stip ‘beter’ te maken en ze experimenteert er lustig op los door kleur te gebruiken, verschillende verfmaterialen een te variëren in de grootte van haar stip. Het resultaat is een prachtige expositie rondom de stip. Een jongetje dat naar eigen zeggen ‘nog geen rechte lijn met een liniaal kan trekken’ kijkt bewonderingsvol naar Floor creaties. Ook hij leert net als Floor op een andere manier naar zijn eigen werk kijken.
...en kijk wat er gebeurt