Inspiratie _

“De Juf en de Kunst” praat met: Claire Paulich 

In de serie “De Juf en de Kunst” duikt onze collega Maria Jacobs de diepte in met verschillende docenten, kunstenaars, muzikanten en theatermakers uit het CVU netwerk. Dit keer spreekt ze met Claire Paulich, die we binnen CVU kennen van Het Cultuurknooppunt

Ik ontmoet Claire Paulich (38) in het oude postkantoor, de Centrale Bibliotheek Utrecht. Claire Paulich is met haar stichting “Het Cultuurknooppunt” sinds 2018 verbonden aan het netwerk van Creatief Vermogen Utrecht. Haar beroep zou ze omschrijven als Kunsteducatie-maker en Theater-vakdocent.

Wie is Claire en waarvoor loopt zij warm?

Op het tafeltje tussen ons in heb ik een groot wit vel gelegd waar we beiden op mogen tekenen en schrijven tijdens ons gesprek. Woorden, zinnetjes van de ander, droedels. Soms doen we een tijdje alleen maar dat en is het even stil. Waarna er een nieuwe vraag oprijst en het gesprek weer voortgaat.

“Wat inspireert mij? Fysiek theater! Boukje Schweigman bijvoorbeeld. Ik houd ervan als theater een beleving is die een fysieke impact op je heeft. Het komt bij je binnen, maar niet via je hoofd. Ik houd van ‘het grootse gebaar’ zoals je vaak meemaakt op Oerol. In de natuur ben je een onderdeel van het theater dat zich terplekke ontvouwt. Ik herinner me een performance waarbij het publiek in een lange rij heel rustig, meditatief door het landschap liep. Voor je zag je dat grote lange lint en je wist en voelde de mensen die achter je liepen. Zo was je onderdeel van theater dat in het moment ontstond. Dit soort interventies in de ruimte vind ik geweldig!”

Deze inspiratie neemt Claire mee als ze met groepen kinderen werkt.

“Ik laat ze voelen en uitproberen; heel lichamelijk. In de lente zijn ze bloembolletjes onder de grond. De zon gaat schijnen, ze warmen op, het gaat regenen, ze komen langzaam boven de grond uit, groeien omhoog naar de zon, krijgen knoppen die barsten, bloeien in de mooiste kleuren en vormen. Kinderen, vooral jonge kinderen, kunnen zich hier volledig in inleven en voelen zich vrij om te proberen en te experimenteren. Mijn rol als docent is vervolgens om heel goed te kijken en te luisteren naar wat de kinderen doen met mijn opdrachten. Welke eigenheid brengen ze in die ik niet had voorzien? Daar kan ik dan weer op voortborduren.”

Claire is geboren in Hilversum. Haar piepjonge ouders namen Claire overal mee naartoe. Vier jaar lang was ze enig kind en stond ze in het middelpunt van de aandacht. Ze was een vrolijk kind dat hield van optreden; dansen, muziek, toneelstukjes. Ze zette de wereld naar haar hand en verdeelde de rollen; jij moet het paard zijn, jij de prins, jij komt binnen en dan moet je dat en dat tegen mij zeggen. Elke gelegenheid om op te treden greep ze aan. Creativiteit werd aangemoedigd; er waren altijd knutselspullen voorradig en er klonk altijd muziek in huis. Theater was niet direct iets dat ze meekreeg van haar ouders, het kwam echt uit haarzelf.

“Als tiener ging ik heel stoer met het openbaar vervoer zelf naar de grote stad. Bij het UCK kreeg ik toneellessen, waar ik enorm van kon genieten. Ik ontdekte; dit was ook ‘thuis’! Ik was onder zielsverwante kinderen en kon lekker serieus gek doen. De lessen waren ‘breed’: ik kon nog alle kanten op. Durf was het belangrijkste wat ik er leerde; durven expressie te geven aan wat er in mij leefde en aan wie ik was. Er was vrijheid en ruimte voor al mijn ideeën. Toen een docent mij een keer vroeg een les te geven, bleek dit een kantelpunt. Ik vond het zo fijn om te doen! Het leek wel vanzelf te gaan. Ik dacht: Dit zou wel eens mijn vak kunnen zijn.”

Veel later is Claire zelf bij het UCK les gaan geven. De docenten die ze vroeger had, zijn nu vaak haar collega’s.

Waar moeten ze jou voor vragen, Claire?

“Geef mij een groep en een onderwerp en ik ga los! Ik kan goed uit de voeten met typische onderwijsthema’s als wat leeft er onder de grond of de Romeinen. Ik vind het heerlijk om met verschillende doelgroepen te werken, maar het meest geniet ik van het werken met kinderen vanwege hun onbevangenheid en inlevingsvermogen. Kinderen onderzoeken en ervaren van nature. Hun creativiteit is nog ongetemd. Hoe mooi is dat om mee te werken?

Door zij-aan-zij te werken met leerkrachten pakt eenieder op wat hij/zij kan en leren we van elkaar. Ik leef mijn vak graag voor, neem vragen van leerkrachten mee in situaties die ontstaan in mijn les, zodat zij zien hoe een kunstdocent hiermee omgaat. Achteraf reflecteren laat dan kwartjes vallen. Soms zijn er langere trajecten waarbij ik leerkrachten begeleid en ondersteun.”

Wat heb jij nodig om zelf creatief te kunnen zijn?

“Dat is een complexe vraag! Soms is er niks nodig en komt inspiratie zomaar uit het niets. Soms heb ik behoefte aan een leeg canvas en een leeg hoofd. Vanuit ruimte en oog voor detail komt het opborrelen. En het werken met kinderen werkt bij mij enorm aanstekelijk, zij maken mij creatief door hun originaliteit.”

Steeds vaker zoek ik ook de samenwerking met andere kunstdisciplines en kunstenaars, zoals muzikanten, beeldend vormgevers, dansers, filmers. Dit daagt mij uit en maakt dat ik mij kan blijven ontwikkelen als maker en docent.”

“Binnen Creatief Vermogen Utrecht is er volop gelegenheid tot samenwerken. Recent presenteerden we “Mijn Creatieve Stad”, een samenwerking tussen twee Utrechtse scholen,  ClickF1, gespecialiseerd in audiovisuele middelen en techniek, Het Wilde Westen en mijn eigen organisatie  Het Cultuurknooppunt. In het Spoorwegmuseum kwamen twee groepen 8 samen en vond er “expositie-theater” plaats. De kinderen hadden gewerkt met toekomstdromen, niet beroepsmatig maar op een persoonlijk niveau: “Wie wil je later zijn?” en Hóe wil je zijn? Deze rollen speelden ze terwijl ze het publiek rondleidden door de ruimte. Het gaf de kinderen de mogelijkheid te experimenteren met nieuwe kwaliteiten en bovendien maakten ze kennis met kinderen die ze nog niet kenden, maar wellicht wel tegen gaan komen in het voortgezet onderwijs.project heeft hen zelfkennis en zelfvertrouwen gegeven.”

Volgens Claire is veel behoefte aan kunst en creativiteit in het onderwijs. Er is vraag, merkt ze. “Het veld heeft aan de bel getrokken!”

Ze ziet dat het langzaam doordringt op de scholen, dat kunsteducatie geen bijvak is maar de basis.

 “Creativiteit is een onderdeel van het leren, je kunt het niet los van elkaar zien.”

Tegelijkertijd maakt ze zich zorgen.

“Het onderwijs staat enorm onder druk. Er móet zoveel en er zijn te weinig mensen. In de media lezen en zien we voortdurend dat de kwaliteit van het rekenen en lezen achteruitgaat en dat er weer ‘gewoon lesgegeven dient te worden’.”

“Ook de kinderen staan onder druk. Ze moeten toetsen maken, presteren en Citoscores halen om naar HAVO of VWO te kunnen. Ik zie en hoor dat kinderen zich zorgen maken over de wereld; de oorlogen die er woeden, het klimaat. Steeds meer kinderen en jongeren hebben mentale problemen, wat niet verwonderlijk is.”

Claire en ik komen tot de conclusie – net als “Wij van WC-eend” – dat, juist in deze woelige tijd, kunst- en cultuuronderwijs onontbeerlijk is. “Art as the antidote”, binnen de context van de scholen, maar ook daarbuiten. Als medicijn, als expressievorm om uiting te kunnen geven aan zorgen. Om te kunnen stralen als een diamant, om het licht te laten schijnen en het vuurtje brandend te houden.

Ons witte vel papier is niet wit meer! Het heeft zich gevuld met tekeningen en kleurige kreten met veel uitroeptekens.

Claire is een vakvrouw met een groot hart voor theater en voor kinderen. In de toekomst wil ze graag steeds meer samenwerken met andere vakdocenten en kunstenaars. Zo wil ze haar werk verrijken en de impact op het onderwijs en het culturele veld vergroten.

naar alle inspiratie