Inspiratie _

“De Juf en de Kunst” praat met: Max ter Beek

“De vis die niet van zwemmen houdt”

In de serie “De Juf en de Kunst” duikt onze collega Maria Jacobs de diepte in met verschillende docenten, kunstenaars, muzikanten en theatermakers uit het CVU netwerk. Dit keer spreekt ze met Max Ter Beek, die we binnen CVU kennen van Click F1.

De Juf en de Kunst dopen we vandaag voor de gelegenheid om tot “De Makende Meester”. Ik ontmoet Max ter Beek (31) die werkzaam is bij ClickF1 en op deze manier verbonden is met ons Creatief Vermogen Utrecht-netwerk.

ClickF1 is een organisatie, gevestigd in hartje Utrecht, die media-educatie ontwikkelt en uitvoert voor maatschappelijke instanties en onderwijsinstellingen die zich inzetten voor welzijn, ontwikkeling en opvoeding van kinderen en jongeren. De maatschappelijke betrokkenheid die je terugziet in alle werkzaamheden van ClickF1, is ook een grote persoonlijke drijfveer van Max ter Beek.

Max groeide in en rond de stad Utrecht op. Zijn vader was saxofonist en componist en doet dit nog steeds. Via hem kwam Max al jong in aanraking met muziek en digitale middelen. Als één van de eersten gebruikte Max’ vader een computer om te componeren. Max raakte hier al spelend en experimenterend mee vertrouwd.

“Mijn schooltijd was een drama! Het schoolsysteem van structuur, vaste roosters, van alles moeten, rigide opvattingen over goed en fout; het was totaal niet aan mij besteed. Na de middelbare ging ik naar de Hogeschool Utrecht waar ik Culturele en Maatschappelijke Vorming studeerde. De opleiding was heel praktisch en creatief; ik kon veel samenwerken en ontwerpen. Ik wilde onderzoeken hoe en waar ik iets kon bijdragen aan de maatschappij; dat boeide mij! Via een schoolopdracht kwam ik terecht bij Festival De Beschaving, dat plaats vond in de Botanische Tuinen. Met een studiegroepje hadden we een interactieve installatie bedacht, en die bleek aan te slaan. Het was een web van draden als metafoor voor het worldwide web, waar festivalbezoekers een kartonnen doosje aan kon ophangen (mailbox online). Er stond een tafel met pennen en allerlei knutselmaterialen, waarmee men het doosje terplekke kon voorzien van een persoonlijke boodschap en een ‘aankleding’. Ons doel was om mensen via de doosjes met elkaar in contact te brengen. We wilden dat de bubbel – het groepje waarmee je kwam en met wie je ook weer zou vertrekken – doorbroken zou worden. En dat werkte! Een passie was geboren. Het concept hebben we vervolgens meegenomen naar andere festivals.”

“Kunsteducatie zie ik als een middel om met elkaar in gesprek te gaan. Ik werk bij ClickF1 met schoolklassen in het primair en voortgezet onderwijs, maar ook met jongeren die in detentie zitten. Vanuit ClickF1 reiken we hen digitale tools aan om zelf creatief aan de slag te gaan. De opdrachten bestaan eerder uit vragen die ik leerlingen stel dan uit vastomlijnde taken die ze uit moeten voeren. Voor sommige kinderen is deze manier van ‘informeel leren’ onwennig. We zorgen er in de lessen altijd voor dat ze zelf voldoende keuzes kunnen maken; dat geeft eigenaarschap tijdens het proces en maakt trots als het af is. Als ik bij de leerlingen zie dat het kwartje gevallen is, laat ik ze los. Ze gaan! Dan hoef ik er alleen nog maar bij te zijn en hier en daar wat bij te sturen.”

Hoe sta je tegenover (het huidige verbod op) mobiele telefoons in de klas? Gebruik je mobieltjes als tool?

“Nee, in mijn lessen maak ik bewust geen gebruik van telefoontjes. De verleiding is gewoon veel te groot; kinderen en jongeren hebben hun telefoon zelf ingericht en weten precies waar ze hun spelletjes en socials kunnen vinden. De gewoonte om hun telefoon op een entertainende, ontspannende en/of sociale manier te gebruiken is zo ingebakken, dat het bijna onmogelijk wordt om de telefoon voor educatieve en artistieke doeleinden in te zetten. Ik leer de kinderen dat er niets mis is met hun telefoon, maar dat we in de klas andere devices gebruiken. Mijn ervaring is dat het – ook voor volwassenen – heel ingewikkeld is om één device voor verschillende domeinen in je leven te gebruiken. Vandaar ook dat veel mensen een werk- en privételefoon hebben. Het gebruik van telefoontjes komt wel vaak ter sprake in mijn lessen: hoe gedraag je je online? Wat zijn de gevaren? En wat is het plezier?”

En AI? Heeft artificial intelligence een plek in jouw lessen?

“Zeker! In mijn lessen gebruik ik AI als middel om leerlingen digitaal te laten creëren. Ik start meestal met een soort college over AI en de digitale wereld. Ik vraag kinderen vervolgens naar hun mening: Is AI een materiaal waarmee je kunt creëren, net als bijvoorbeeld verf? Of is het meer een machine die alles voor je doet? Dit soort vragen lokken mooie discussies uit over wat kunst eigenlijk is en wat een kunstenaar een kunstenaar maakt. Daarna gaan we daadwerkelijk met AI aan de slag. In de nagesprekken zijn kinderen vaak van mening veranderd. Waar ze eerst dachten dat AI niets met kunst te maken heeft, merkten ze dat zij weldegelijk creatieve keuzes hebben gemaakt. ‘Ik was de bepaler!’ “

“Het mooie is dat er ondertussen hard wordt gewerkt aan allerlei vaardigheden zoals zelfredzaamheid, zelfstandigheid, samenwerken en presenteren! Ik denk dat ik zowel de scholen als de leerlingen help. Het zijn zulke essentiële skills en iedereen heeft ze nodig in de moderne wereld.”

“Ik kan enorm genieten van kinderen die hun grenzen verleggen, hun weerstand of onzekerheid overwinnen en iets maken waar ze trots op zijn.

Ik merk dat kinderen die in een groep een beetje buiten de boot vallen, bij mij aan het goede adres zijn. De combinatie van neurodiversiteit en digitale media is een hele mooie! ‘Een beetje vreemd’ zijn, is juíst een voordeel in mijn lessen. Het werk van deze kinderen is altijd origineel. Ook energiebommetjes kunnen in mijn lessen hun ei kwijt. ‘Mag ik nog iets maken?’, wordt er dan gevraagd. Kinderen met dyslexie zijn vaak beelddenkers en komen ook juist goed tot hun recht. Of kinderen die normaal gesproken stil en teruggetrokken zijn in de groep. Voor al deze kinderen is er ruimte om te shinen.”

Max laat een tattoo zien die op zijn onderarm staat. Het is een vis met vleugels: De vis die niet van zwemmen houdt. “Als je niet in het systeem past, moet je je eigen pad kiezen. Dat is wat ik doe en waar ik kinderen bij help.”

Wat heb jij zelf nodig om creatief te kunnen zijn?

“Ik heb een reden nodig om creatief te zijn. Ik moet iets zien waar ik ontevreden, verontwaardigd of zelfs kwaad over ben, bijvoorbeeld maatschappelijke ongelijkheid of te veel regels en kaders. Dan kom ik in actie en ga ik oplossingen bedenken. Mijn creativiteit is misschien vooral réactief. Ik heb niet de illusie dat ik de wereld kan veranderen, maar ik kan wel mijn bijdrage leveren. Wat betreft digitale vaardigheden is er een kloof tussen de generaties, maar ook tussen kinderen die er van huis uit vertrouwd mee zijn en kinderen die dat wat minder of zelfs helemaal niet hebben meegekregen.”

Wat betekent het net werk van Creatief Vermogen Utrecht voor jou?

“Het netwerk van Creatief Vermogen Utrecht is voor mij als kunsteducator heel belangrijk. Het zorgt ervoor dat de eilandjes die wij soms zijn binnen de stad, elkaar ontmoeten als collega’s. We wisselen ervaringen en kennis uit en er ontstaan bijzondere samenwerkingen. De verschillende kunstdisciplines binnen het netwerk vind ik heel inspirerend. En dat we allemaal werken vanuit de diamant en dezelfde creatieve grondhouding is toch iets heel bijzonders?”

naar alle inspiratie